Artikelen over: AdPage Tagging

Google Analytics 4

Nu dat je een configuratietag op de clientzijde en de serverzijde hebt ingesteld, kan je ook de tags in gaan stellen om data binnen GA4 te verzamelen.

Heb je nog geen configuratietags aangemaakt of ingesteld? Volg dan eerst dit artikel.


In dit helpdesk artikel zullen we een aantal voorbeelden geven van tags die je kunt instellen, maar welke je zelf instelt is afhankelijk van jouw specifieke site en situatie.

Weet je niet wat Tags, Triggers of Variabelen zijn binnen Google Tag Manager? Lees dan eerst die artikelen om je kennis op te frissen.


Paginaweergaven Tag



De allereerste Tag die je aanmaakt is een Tag die bijhoudt wanneer een bezoeker een pagina bezoekt.

Maak een nieuwe tag aan in je account op de clientzijde.



Geef de Tag linksboven een duidelijke naam. Een duidelijke naam heeft altijd de applicatie waar je data naar toe wil sturen en wat voor type data je stuurt. Dus wanneer je een tag aan wil maken voor de page_view gebeurtenissen, geef je deze tag bijvoorbeeld de naam: "GA4 - page_view".



Klik op Tagconfiguratie en selecteer "Google Analytics: GA4-gebeurtenis" uit de lijst.



Bij metings-ID vul je de Gegevensstream Metings-ID van je GA4-account in. Het handigste is om deze Metings-ID in een constante variabele op te slaan zodat je die voor iedere nieuwe GA4 gebeurtenistag direct kan selecteren.

Deze vind je door binnen je GA4-account naar Gegevensstreams binnen het Beheer te gaan en op de juiste gegevensstream te klikken, je ziet dan je 'Metings-ID' in de rechterbovenhoek.



Als Gebeurtenisnaam vul je bijvoorbeeld "page_view" in. Je kan hier je gebeurtenis iedere naam geven, maar er zijn wel al een aantal gebeurtenissen die standaard in Google Analytics aanwezig zijn en die door Google goed herkend en verwerkt worden. Die standaard Analytics gebeurtenissen vind je hier.



Klik op Triggers en selecteer 'All Pages - Paginaweergave' uit de lijst. Deze trigger selecteer je omdat je een page_view event op iedere pagina af wil laten vuren.



Sla de Tag op.

Nu gaan we ervoor zorgen dat Google Tag Manager bezoekers kan onthouden zodat bezoekers niet 2x in dezelfde sessie worden gemeten. Ga in het linker-menu naar 'Templates'.



Onder 'Variabeletemplates' klik je op 'Zoeken in galerij' en hier vul je in het zoekveld 'Event ID' in. Hier kan je één van de opties selecteren om toe te voegen aan je galerij.



Open nu weer je eerder aangemaakte tag. Vouw de gebeurtenisparameters open en klik op 'Parameter toevoegen'.



Klik achter Parameternaam op het legoblokje met het plusje. Klik daarna op het blauwe plusje rechtsboven.



Geef deze Variabele de naam: "event_id", en klik op Variabeleconfiguratie. Selecteer "Constant" uit de lijst.



Geef "event_id" op als waarde, en sla de Variabele op. (Als je deze variabele al aangemaakt had, kan je die gewoon direct selecteren natuurlijk)



Klik nu op het legoblokje met het plusje achter Waarde. Selecteer de 'Event ID' die je in stap 9 toegevoegd hebt.



Via de Preview-functie kan je nu checken of de Tag wordt afgevuurd wanneer iemand je website bezoekt.

Sla de tag weer op.


Klik Tag



Een tag die je kan aanmaken is om bij te houden hoe vaak op een bepaalde knop geklikt wordt.

Maak een nieuwe Tag aan binnen je account op de clientzijde.

Geef de Tag een duidelijke naam, zoals bijvoorbeeld: "GA4 - Knop - knop naam".



Klik op Tagconfiguratie en selecteer "Google Analytics: GA4-gebeurtenis" uit de lijst.

Als Metings-ID selecteer je de GA4 Metings-ID variabele die je zelf aangemaakt hebt.

Als Gebeurtenisnaam vul je "knop_ knopnaam" in.

Open de Gebeurtenisparameters. Als gebeurtenisparameter selecteer je de constante variabele 'event_id' en als waarde selecteer je de 'Event ID' variabele die je zelf als variabele template toegevoegd hebt aan je web container (heb je dit nog niet gedaan, volg dan stap 8 & 9 van de Paginaweergaven tag instellingen hierboven).

Klik op Triggers en klik dan op het blauwe plusje rechtsboven om een knop-trigger toe te voegen.



Geef de trigger een duidelijke naam, zoals bijvoorbeeld: "knop-klik knopnaam".

Klik op Triggerconfiguratie en selecteer "Alle elementen" onder "Klik" als triggertype.



Selecteer "Sommige klikken". (Als je alle knop-klikken op je gehele site wil bijhouden in 1 GA4-gebeurtenis, laat je "Alle klikken" aangevinkt en ga je door naar stap 13)



Selecteer uit het linker dropdownvak "Selecteer een ingebouwde variabele".

In deze lijst kan je onder de kolom "Categorie" zien welke ingebouwde variabelen te maken hebben met het klikken van een bezoeker. Kies de juiste Variabele voor jouw website en situatie op basis van hoe jij knoppen op jouw website onderscheidt.

Kies "Click Classes" als je jouw knop kan onderscheiden middels de class-naam HTML kenmerk
Kies "Click ID" als je jouw knop kan onderscheiden middels de button-ID HTML kenmerk
Kies "Click Target" als je jouw knop kan onderscheiden op basis van het formulier-target HTML kenmerk
Kies "Click URL" als je jouw knop wil onderscheiden op basis van bestemmings-URL
Kies "Click Text" als je jouw knop kan onderscheiden op basis van de button-naam HTML kenmerk

In het middelste dropdown menu kies je de manier hoe je je knop wil onderscheiden. En in het derde vak, het invoervak, geef je de juiste parameter op. In de onderstaande screenshot zie je hoe het er uit ziet wanneer je de knop-klikken wil bijhouden op alle knoppen met het HTML button-id: "aanvraag".



Sla de Trigger op. En sla daarna de Tag op.

Via de Preview-functie kan je nu checken of de Tag wordt afgevuurd wanneer iemand op de knop klikt.

In plaats van een knop-klik kan je ook kiezen om het klikken op andere hyperlinks bij te houden, daarvoor moet je in stap 8 kiezen voor "Alleen links" in plaats van "Alle elementen"





HTML-code Tag



Via Google Tag Manager kan je ook makkelijk HTML code inladen zonder deze toe te hoeven voegen aan je site. Dit is vooral handig wanneer bijvoorbeeld je tijdelijk een popup wil tonen op je site, wanneer je deze dan weer stop wil zetten kan dit via GTM met een klik op één knop.

Maak een nieuwe Tag aan binnen je account op de clientzijde.

Geef de Tag een duidelijke naam, zoals bijvoorbeeld: "HTML - naam".

Klik op Tagconfiguratie en selecteer "Aangepaste HTML" uit de lijst.



Plak de HTML-code in het HTML-invoervak.

Vink de optie "document.write ondersteunen" aan.

Klik op Triggers. Selecteer de trigger waar je de HTML-code wil toepassen. Dit kan op alle pagina's zijn, dan kies je voor "All Pages". Als dit voor een specifieke pagina is, dan maak je een trigger aan door op het blauwe plusje rechtsboven te klikken en de trigger aan te maken voor een paginaweergave voor een specifieke Page URL.

Sla de Tag op.

Via de Preview-functie kan je nu checken of hetgeen van de HTML code wordt getoond op je site/pagina.


Waar binnen GA4 kan ik de aangemaakt gebeurtenissen vinden?



Google Analytics 4 is af en toe nog een doolhof voor sommige gebruikers. Vandaar dat we even uitleggen waar je de aangemaakte gebeurtenissen kan bekijken binnen GA4.

Open GA4 en ga naar het juiste account en property via de dropdown linksboven.



In de linkerkolom, ga naar "Rapporten".



Onder "Levenscyclus" ga je naar "Gebeurtenissen" en hier kan je de aangemaakte gebeurtenissen vinden.





Vergeet niet om binnen Google Tag Manager op "Verzenden" te klikken om de wijzigingen ook werkelijk door te voeren

Bijgewerkt op: 31/10/2023

Was dit artikel nuttig?

Deel uw feedback

Annuleer

Dankuwel!